Albany, NY

Historische achtergrond
Fort Naussau was de eerste permanente handelspost in Nieuw Nederland, gebouwd in 1614 in het huidige Albany. Dit fort was opgericht door een vereniging van kooplieden, de Nieuw Nederland Compagnie en zo ontstond de naam ‘Nieuw Nederland’. Vanwege herhaaldelijke overstromingen werd Fort Nassau verlaten en bouwde de WIC hier vanaf 1624 Fort Oranje. Dit fort was voor de Mohawk, een inheems Amerikaans volk, evenzeer van belang als voor de Nederlanders. De handel was meestal gunstig voor beide partijen.
Veel van de vroege contacten tussen Nederlanders en inheemse Amerikanen zijn vastgelegd in verslagen. Hoewel de vroegmoderne Nederlandse stemmen domineren in de documenten, zijn af en toe ook de stemmen van inheemse Amerikanen te vinden. Bijvoorbeeld die van een leider van de Mohawk in 1659 (helaas is de naam onbekend): “De Nederlanders zeggen dat we broers zijn en dat we met kettingen verbonden zijn maar dat duurt zolang wij bevers hebben. Daarna wordt er niet meer aan ons gedacht.”
Sporen
De sporen van Nederlands, Inheems Amerikaanse en Afro-Amerikaanse geschiedenis komt samen in Albany op landgoederen, in kerken en begraafplaatsen. Een belangrijk punt op onze kaart van Albany is ook het hoofdkwartier van het comité van waakzaamheid, de leidende plaatselijke abolitionistische groep. Dat comité hielp zo’n driehonderd voortvluchtigen tussen september 1855 en juli 1856.
Benieuwd naar slavernij erfgoed op andere Amerikaanse locaties? Bekijk onze overige kaarten van de Verenigde Staten.
New York State
Historische achtergrond

Door de hele staat New York, maar vooral langs de Hudson rivier, vinden we sporen van Nederlandse en andere Europese settlers. De Nederlandse koloniale historie in New York start vroeg in de 17e eeuw met de handel tussen Amerikaanse indianen en Europeanen. De bouw van Nederlandse versterkingen schiep permanente vestigingen en gekoloniseerde landerijen die bewoond werden door Amerikaanse indianen. Vanaf het begin van de Europese kolonisering vormden ook Afrikaanse Amerikanen, zowel vrij als tot slaaf gemaakten, deel van deze geschiedenis.
Sporen
Sporen van deze geschiedenis kunnen gevonden worden in het hedendaagse landschap: kerken, begraafplaatsen, forten, huizen van slavenhouders, archeologische sites, en locaties waar de strijd voor volledige emancipatie en de afschaffing van de slavernij werd gevoerd. Meer verborgen aspecten komen boven bij verder onderzoek, inclusies de locaties van markten waar gevangenen werden aangekocht en verkocht als goederen, de landingsplaatsen van slavenschepen, ontsnappingsroutes en veilige huizen voor diegenen die de vrijheid zochten, als ook kelders en zolders waar de tot slaaf gemaakten werkten en sliepen.
Het erfgoed van de slavernij in New York heeft directe verbindingen naar Madagascar (Oost Afrika), Indonesië, Zuid Afrika (de Kaap provincie), West Afrika, Europa en Amerika zelf. Verrassend genoeg, kunnen deze sporen nog altijd gevonden worden op onze drempel en rond de hoek van waar wij wonen, werken en reizen. We vinden deze geschiedenissen en restanten van het vroege imperialisme belangrijk en relevant in onze hedendaagse globale samenleving.
Harlem & Hudson Valley

Historische achtergrond
De rivier ‘Hudson’ is vernoemd naar Henry Hudson die namens de VOC op zoek ging naar een kortere vaarroute naar Oost-Indië. Hij kwam net verder dan wat nu Albany is. Langs de rivier woonden de Inheemse Amerikanen Lenape, Iroquois en Mohikanen en vestigden Nederlandse en andere Europese kolonisten zich.
Rond 1630 leefden er driehonderd witte kolonisten en zestig zwarte slaafgemaakten in de zuidelijke Hudsonvallei, ongeveer dertig van de slaafgemaakten waren eigendom van de WIC. Zeelieden en soldaten in dienst van de WIC vormden een grote groep van de Europese bewoners. Kolonisten kwamen niet alleen uit de Nederlanden, maar ook uit Europese gebieden als Duitsland, Scandinavië, Engeland en Frankrijk.
Peter Stuyvesant wilde in zijn gedrevenheid om de kolonie uit te breiden het verhuizen naar een nieuwe nederzetting in het noorden van Manhattan aantrekkelijker maken. In 1658 beloofde hij een dominee aan te zullen stellen in een nieuw dorp, zodra er 25 mensen heen verhuisden. Zo werd het aantrekkelijk om naar Harlem, ten noorden van Manhattan, te verhuizen.
Sporen
De ruime landgoederen in het noorden van New York City geven een idee van de rijkdom van sommige inwoners in de Hudson vallei. Op sommigen van deze plekken woonden ook tot slaaf gemaakten, zoals zij die werkten voor families als Philipse, Van Cortlandt en Dyckman. Zij leefden veelal gescheiden van de witte bevolking en werden ook zo begraven, zoals duidelijk wordt door te kijken naar de Afro-Amerikaanse begraafplaatsen ontdekt in New York. Onder het busstation op E. 126th Street zijn bijvoorbeeld meer dan 140 botten en botfragmenten gevonden, waarschijnlijk van ten minste veertig mensen van Afrikaanse herkomst. Zij waren leden van verschillende kerken in Manhattan en waren begraven op wat nu de Harlem African Burial Ground heet.
Harlem heeft ook een belangrijke rol gespeeld in latere Afro-Amerikaanse geschiedenis, met de Harlem Renaissance en de Black Manifesto door James Forman. Op de kaart hieronder wordt deze geschiedenis verteld aan de hand van belangrijke locaties als de ‘Striver’s Row’ en de Elmendorf kerk.
Lower Manhattan & Brooklyn

Historische achtergrond
Mannahatta betekent ‘een eiland met veel heuvels’ in de Lenape-taal. De Lenape, Iroquois en Mohikanen, bewoonden het gebied rondom de Hudson rivier. In de vroege periode waren de handelsrelaties tussen inheemse Amerikanen en Europeanen over het algemeen vriendelijk. Het ruilen van giften was de belangrijkste vorm van interactie bij het opbouwen van relaties. De Nederlanders ruilden goederen tegen wampum, kralen van schelpen (gebruikt als betaalmiddel), in het zuidelijke Hudsongebied om voor beverhuiden te betalen in de Boven-Hudsonvallei. Andere ruilgoederen waren brood, shirts, sokken, messen, schoenen, pijpen, scharen, spiegels, wapens, munitie en drank.
De eerste gedocumenteerde niet-inheemse Amerikaan die woonde op Manhattan was Juan Rodriguez. Hij was geboren in Santo Domingo (Dominicaanse republiek) als zoon van een Portugese matroos en een Afrikaanse vrouw. In 1613 huurde de Nederlandse kapitein Thijs Volckensz Mossel van het schip de Jonge Tobias Rodriguez in als vertaler tijdens een handelsreis naar Mannahatta. Rodriguez had toen al een handelspost opgezet, de taal van de Lenape leren spreken en was getrouwd met een inheemse vrouw.
In 1626 ‘verpachtte’ een vertegenwoordiger van de inheemse inwoners het eiland Manhattan aan de Nederlanders. De Nederlanders beschouwden dit als een permanente aankoop van land, zoals ze rapporteerden aan de WIC-directeuren in de beroemde Schagenbrief, te zien in het Nationaal Archief in Den Haag. De kolonisatie startte in 1624 met dertig Waalse families en al snel volgden andere groepen immigranten. Het groeiende aantal kolonisten gaf meer druk en leidde tot conflict met de inheemse Amerikanen, resulterend in drie Nederlandse-Munsee oorlogen.
Sporen
Met Fort Amsterdam als het hoofdkwartier voor de WIC heeft Manhattan een belangrijke functie in de Nederlands-Amerikaanse geschiedenis. Vandaag de dag herinneren Nederlandse straat- en plaatsnamen aan deze invloed in de regio. In 1991 ontdekten bouwvakkers een Afro-Amerikaanse begraafplaats in Manhattan, een belangrijke vondst die bijdroeg aan de beeldvorming van New Yorkers over de rol van slavernij in de geschiedenis van hun stad. De kaart hieronder laat zien op welke locaties geschiedenis van Nederlanders, Inheemse Amerikanen en Afro-Amerikanen aan elkaar zijn gelinkt.