Naï (Leeot 1797/1798- Delft 1869) kwam van het eiland Flores (Indonesië). Omdat zijn moeder een tot slaaf gemaakte was, waren hij en zijn broers dat automatisch ook bij geboorte.
Doordat ze jong doorverkocht werden, raakte Naï gescheiden van zijn familie. Hij ging door vele handen, totdat hij in 1807 in Soerabaja voor 125 Rijksdaalders en 48 stuivers werd verkocht onder de naam ‘de manslaaf Roke van Bima’. Later kocht de Nederlandse zeeofficier Jan Hendrik Bagelaar Naï en samen reisden zij naar Europa.
In 1813 was hij in Delft en verrichtte hij werk voor Anna, Bagelaar’s zus, en haar man Jacobus van der Chijs, directeur van het Boterhuys. (Hun dochter Mienette werd een beroemd feministe). De familie woonde aan de Breestraat 1 te Delft.
In 1818 schonk Bagelaar Naï zijn eigendomsbewijs en koopakte. Naï werd in de Nieuwe Kerk gedoopt. In 1828 trouwde hij het dienstmeisje Rosella van Dort. In de huwelijksakte staat Wange Hendrik Richard van Bali. Hij schreef zijn memoires en deze werden dankzij zijn nakomelingen bewaard. Een uniek document.