In 1745 kochten Cornelis Schellinger en Sofia Centen Slot Zeist ten behoeve van de Evangelische Broedergemeente, ook wel Hernhutters genoemd. De Hernhutters waren zendelingen in onder meer Suriname en Zuid-Afrika. Het Zendingsgenootschap der Evangelische Broedergemeente werd in 1793 opgericht als ondersteuning voor deze missies, waarin werd geprobeerd om zowel inheemse bevolkingen als tot slaaf gemaakten te bekeren.
Ze richtten zich onder andere op ‘Indianen, Creolen, Bosnegers, Hindustani, Javanen en Chinezen’ en maakten gebruik van het netwerk van de WIC. Ook werd er gezorgd voor onderwijs op plantages, waarbij bijvoorbeeld een ABC-blad in het ‘Negerengels’ werd gebruikt. De Hernhutters namen geen duidelijk standpunt in tegen slavernij. Ze wilden vooral dat tot slaaf gemaakten als mensen en niet als voorwerpen werden gezien. Ook waren ze van mening dat ze christenen moesten worden. Om de plantage-eigenaren hiervan te overtuigen, legden de Hernhutters de nadruk op de christelijke ideeën van gehoorzaamheid, trouw en discipline.
Toegankelijk? Huis: ja. Tuin: ja.