Onder het straatniveau, op het niveau van de werfkelder ter hoogte van Oudegracht 20, staat een lantaarnpaal met als voetstuk of console een sculptuur van vier tot slaaf gemaakte en geketende mannen. Op hun schouders dragen ze een man die een pijp rookt. Op de achtergrond van deze sculptuur staan palmbomen.
Beter dan enige andere plek op de route laat deze sculptuur zien waar we het over hebben. Het toont de onderdrukking en uitbuiting van de slaven en suggereert de rijkdom van de man die op hun schouders zit. De palmbomen geven het verband aan met de Nederlandse koloniale rijkdom. Het wijst er ook op hoe dit onrecht hersteld kan worden: de afschaffing van de slavernij is verbeeld in de ketenen die verbroken kunnen worden. De plaats van de steen langs de werf verbindt het ook met de verrijking van Utrecht door de eeuwen heen: de werfkelders waren de plaats van opslag en verwerking van via het water binnenkomende handelsgoederen.
Deze sculptuur onder de lantaarnpaal werd in 1972 gemaakt door de Zwitserse kunstenaar Jeanot Bürgi. Rond 1953 was de gemeente Utrecht begonnen met het renoveren van de Oudegracht en de Nieuwegracht. Er werd besloten dat de oude stadslantaarnpalen zouden terugkomen en opnieuw worden voorzien van sculpturen.
In een tijdsbestek van meer dan 20 jaar kwamen ongeveer 320 sculpturen tot stand. Bijna 70% hiervan was van de hand van kunstenaar Jeanot Bürgi. De naam van het witte, monumentale huis ‘De Moriaan’ aan Oudegracht 18 was de inspiratiebron voor de sculptuur met de vier tot slaaf gemaakte en getekende mannen.
Afbeelding:
Console lantaarnpaal, sculptuur ‘de Moriaan’.
Bron: Jeanot Burgi, 1972.