Afbeelding

De Onstaborg in Wetsinge werd in 1801 afgebroken. Het terrein waarop de borg lag is nog wel in het landschap te herkennen aan een aantal sloten. Deze afbeelding is gemaakt door Theodorus Beckeringh (1712-1790).

Deze borg kwam in 1766 in bezit van Arij de Graaff (1729-1788), die was geboren in het huidige Ghana. Hij was de zoon van de Nederlander Martinus de Graaff (1700-1733) en zijn moeder was waarschijnlijk de Ghanese vrouw Abenaba. Arij’s vader was als equipagemeester verantwoordelijk voor het beheer van de goederen, gebouwen en schepen in Elmina. Abenaba was als tot slaaf gemaakte in eigendom van Martinus de Graaff; hij kocht haar in 1730 vrij. Drie jaar later verdronk Martinus in de baai van Elmina.

Arij werd na de dood van zijn vader geadopteerd door de Zweed Jurriaan Gustaaf Lindenberg (?-1751), die als kapitein in dienst was van de Kamer Amsterdam van de WIC. In 1736 vertrok Lindenberg naar de Republiek en vestigde zich met Arij en zijn gezin in Groningen.

Op zijn zeventiende vertrok Arij vervolgens samen met Lindenberg naar Elmina om, net als zijn vader, equipagemeester te worden. Tegelijkertijd handelde Arij ook voor eigen gewin in tot slaaf gemaakten. Hij kreeg een zoon genaamd Martinus de Graaff (?-1803?) en een dochter Wilhelmina met een Ghanese vrouw.

Met zijn zoon en dochter reisde hij naar Suriname in 1763. Aan boord gingen 23 tot slaaf gemaakten mee die Arij in Suriname wilde verkopen. Drie maanden later reisden Arij en zijn kinderen door naar de Republiek. In 1765 trouwde hij met Gesina Barlinckhoff (1748-1771) en ging hij met haar op de Onstaborg wonen. Met Gesina kreeg hij nog eens vier kinderen. Arij kwam rijk terug uit Elmina, werd borgheer en meette zich een bijbehorende levensstijl aan. Tegelijkertijd investeerde hij een deel van zijn vermogen in Surinaamse plantages.

Locatie en kaart

Bekijk deze locatie in Wetsinge op de kaart van Zuidhorn.