Johannes Vincent Westrik wordt in 1802 geboren in Berbice, in het huidige Guyana, maar vestigt zich later in de Koningsstraat in Arnhem. Hier werkt hij als advocaat en verwerft hij een positie als raadsheer bij de provincie Gelderland. Aan beide kanten van zijn familie wordt geïnvesteerd in koloniale ‘bezittingen’.
Westriks familieleden doen er dan ook alles aan om hun koloniale belangen veilig te stellen. Zijn oom Gasper Jan Westrik pleit voor een herinvoering van de handel in slaafgemaakte personen in Berbice nadat de afschaffing van slavernij in het Britse rijk dit onmogelijk heeft gemaakt. Westriks grootvader is lid van de Raad van Politie en Criminele Justitie in dezelfde kolonie en bezit vele plantages.
De welvaart die Westrik door zijn familieleden vergaart kan hij investeren in landgoed Dreijen bij Oosterbeek, wat later de basis zou vormen voor hotel Dreyeroord.