Afbeelding
De Borg Rensuma in Uithuizermeeden kwam in 1700 in handen van Onno Tamminga van Alberda (1669-1743), die getrouwd was met Josina Petronella Clant (1676-1746). De borg maakte deel uit van de nalatenschap van zijn vader. Hij liet Rensuma in 1700 verbouwen, met als resultaat het lage landhuis dat nu te zien is op Rensumalaan 3, Uithuizermeeden.
Onno was lid van de Provinciale Rekenkamer, afgevaardigde voor de Staten-Generaal, lid van Gedeputeerde Staten, curator van de Groninger Hogeschool en president van de Hoge Justitiekamer. In 1717 verkreeg hij een aanstelling als bewindhebber van de Kamer Stad en Lande van de WIC, wat betekende dat hij in deze Kamer een aandeel had van ten minste 4.000 gulden. Datzelfde jaar had hij opdracht gegeven tot de verbouw van de kerk van Uithuizermeeden welke in 1726 gereedkwam. In totaal was daar meer dan 30.000 gulden mee gemoeid. Ook liet hij in 1729 een groot gebied van maar liefst 345 hectare in de monding van het Reitdiep inpolderen; dat staat nu bekend als de Zuurdijkster-Houwerzijlsterpolder.
Na het overlijden van Onno Tamminga van Alberda kwam Rensuma in handen van zijn zoon Mello (1701-1764). Mello woonde waarschijnlijk al vanaf 1718 op de borg Rensuma. In 1723 trouwde hij met Catharina Magdalena Alberda van Enum (1699-1741). Mello wist vele belangrijke bestuursfuncties naar zich toe te trekken, zoals lid van de Raad van State in 1723 en bestuurder van de Admiraliteit te Amsterdam in 1731 en de Admiraliteit van Harlingen in 1739. Net als zijn vader werd hij in 1749 bewindhebber van de Kamer Stad en Lande van de WIC. Een functie die hij, met een korte pauze rond 1761, tot zijn dood zou vervullen.
Locatie en kaart
Deze afbeelding is gekoppeld aan het adres Rensumalaan 3 in Uithuizermeeden. Bekijk deze locatie op de kaart van Uithuizen hier.