Historische Achtergrond
Rotterdam heeft op meerdere manieren een grote rol gespeeld in het Nederlands slavernijverleden. De meest directe manier was door de slavenhandel van de Rotterdamse firma Coopstad & Rochussen. In de 18e eeuw verviel het alleenrecht van de West-Indisch Compagnie (WIC) in de slavenhandel en gaf de WIC toestemming aan Coopstad & Rochussen om de slavenhandel over te nemen. Hiermee vervoerden zij in minder dan dertig jaar tijd 20.000 slaven in slecht geventileerde ruimtes via de gevaarlijke routes van de Westafrikaanse kust naar de Nieuwe wereld. Indirect konden leveranciers van ruilproducten en materiaal/diensten ( bijv. touwslagers en timmerlieden) in de Rotterdamse havens meeprofiteren. Rotterdam was een belangrijke invoerhaven voor Amerikaanse Virginia tabak, wat voornamelijk via slavenarbeid geproduceerd werd.
Hoewel er na de 18e eeuw geen slaventransporten meer waren, bleef Rotterdam een interessante stad met betrekking tot het slavernijverleden. Nederland kende in tegenstelling tot bijvoorbeeld Groot-Brittannië en Frankrijk geen brede volksbeweging tegen slavernij. Éen van de weinige burgerinitiatieven tegen slavernij kwam uit Rotterdam. 128 vrouwen van The Rotterdam Ladies Antislavery Committee – voornamelijk afkomstig uit de Engelsprekende, internationale deel van de stad – ondertekenden een petitie die aan koning Willem II werd aangeboden.
Sporen
In Rotterdam wonen veel nazaten uit de Caraiben. De grootste groep Antilliaanse Nederlanders woont in Rotterdam. Dat uit zich onder andere door het populaire jaarlijkse Caraibische carnaval waar tijdens piekjaren bijna een miljoen bezoekers op afkomen.
In juni 2013 werd er een slavernijmonument in Rotterdam onthuld, op de plek waar in voorgaande eeuwen schepen vertrokken voor de slavenhandel. In de centrum van de stad zijn veel gebouwen verdwenen die direct verwijzen naar deze geschiedenis. Veel gebouwen zijn in de Tweede Wereldoorlog gebombardeerd door de Duitsers.