Leiden in Stedenatlas de Wit, 1698, collectie Koninklijke Bibliotheek

Historische achtergrond
Leiden was slechts een kleine speler in de driehoekshandel. Toch is ook het verleden van deze stad met het slavernijverleden verbonden. Zo voer er een schip genaamd Leijden tussen Nederland, Afrika en Brazilië. Leids textiel werd op de West-Afrikaanse kust geruild voor tot slaaf gemaakte Afrikanen. De Afrikanen werden naar de Nederlandse koloniën in de Cariben gebracht, waarvandaan suiker en koffie naar Europa werden verscheept. De naam Leijden werd ook gebruikt voor een plantage in Suriname.

In de stad zelf was de universiteit het meest onderscheidend. De universiteit is zich later gaan profileren als ‘Praesidium Libertatis’, bolwerk van de vrijheid. Er kan worden vastgesteld dat er inderdaad hoogleraren werkten die zich actief inzetten voor de afschaffing van de slavernij. De universiteit herbergde echter ook juist uitdrukkelijke voorstanders van de slavernij en slavenhandel.

Uit onderzoek is voornamelijk duidelijk geworden dat de universiteit, het stadsbestuur, en de kerken eeuwenlang geen enkele impuls gaven tot enige kritische reflectie op slavenhandel en slavernij. Dat was niet omdat er niets over bekend was. In de Leidsche Courant kon regelmatig worden gelezen over ‘slavenmagten’ die te koop stonden, over de eerste initiatieven tot abolitionisme, en af en toe over opstanden van tot slaaf gemaakten. Tot ver in de negentiende eeuw bleef Leiden echter  overwegend onverschillig.

Sporen
Ook in een betrekkelijk marginale stad liet de betrokkenheid bij slavernij sporen na. Bijvoorbeeld van zwarte mensen, al dan niet tot slaaf gemaakten, die in Leiden woonden. Ook waren er verschillende Leidse bestuurders en ondernemers direct bij de Atlantische slavenhandel en slavernij betrokken, wiens (buiten)huizen bewaard zijn gebleven.