Vanaf 1838 was er een arrondissementsrechtbank in Tiel, dit gebouw dateert van rond 1880. Bij de afschaffing van de slavernij in 1863 kregen meer dan vijftig eigenaren van de plantage Poelwijk een deel van de waarde van de 256 mensen in slavernij op de plantage, die toen vrijkwamen.
Zes eigenaren woonden in Tiel, nazaten van de neven en nichten van François Ewoud Becker (1735 – 1795), die fortuin had gemaakt in Suriname dankzij de bemiddeling van zijn oom, militair commandeur Jacob Hendrik Carel Spiering. Becker kocht Poelwijk in 1763, honderd jaar voor de afschaffing van de slavernij. Le Jeune (weduwe van Brink) hoorde ook bij die familie. Rink, Spiering én de echtgenoot van Henriette Johanna Le Jeune waren verbonden aan Gelderse Rechtbanken.
Egbert Dirk Rink, de echtgenoot van Angelique Jeanne Elisabeth Le Jeune was president van de arrondissementsrechtbank te Tiel, het gemeenteraadslid Willem François Ewoud Spiering was zijn plaatsvervanger en de man van de zuster van de weduwe Rink, Henriette Johanna Le Jeune uit Arnhem was gehuwd met een lid van de (Arnhemse) arrondissementsrechtbank Lambert Johan Arend van Eck. Dit toont hoe familienetwerken, functies in de publieke sector en welvaart uit de koloniën elkaar versterken.