Dit opvallende pand was in gebruik als ‘winkelpaleis’ en is bekend van het liedje:
In de winkel van Sinkel is alles te koop.
Daar kan men krijgen
Mandjes met vijgen
Doosjes pommade
Flesjes orangeade
Hoeden en petten en dameskorsetten
Drop om te snoepen en pillen om te poepen.
In de Winkel van Sinkel verkocht men producten waarvoor de grondstoffen uit de koloniën afkomstig waren, zoals zijde en katoen. Waarschijnlijk zijn de grondstoffen onder meer door slavenarbeid op plantages tot stand gekomen. De eigenaar van dit pand was Anton Sinkel, geboren in 1785 in het Noord-Duitse Cloppenburg.
Zijn eerste winkel opende hij in Amsterdam. Sinkel kocht dit perceel in 1834 en drie jaar later begon men met de bouw. Een tekening uit 1837 toont het voltooide winkelpand.
De architect Pieter Adams (1778- 1846) tekende het bijzondere neoclassicistische ontwerp, waarvan de vier grote gietijzeren vrouwenbeelden, ook wel kariatiden genoemd, direct in het oog springen.
De Winkel van Sinkel staat symbool voor de grote winkelketens die ontstonden in de overgang van de 19e naar de 20e eeuw. Er verandert veel in deze tijd: Nederland industrialiseert en het land wordt minder en minder afhankelijk van alleen de handel en de rijkdom van haar koloniën.
Bouw
De Winkel van Sinkel is gebouwd op de plek waar tot ongeveer 1835 Huis Ruitenburg en het Sint Barbara en Sint Laurensgasthuis stonden. De grond werd in 1834 door Anton Sinkel gekocht die er een filiaal van de naar hem vernoemde winkelketen liet bouwen. De hoek van de Oudegracht en de Ganzenmarkt is wezenlijk veranderd ook door het verdwijnen van de stadskraan, maar blijft toch duidelijk herkenbaar.
Na in 1820 zijn eerste manufacturenwinkel in Amsterdam geopend te hebben, bouwde Sinkel in 1837 hier een warenhuis. Hij had toen al winkels in Amsterdam, Leeuwarden, Leiden en Rotterdam. Niet alleen was het begrip ‘winkelketen’ voor Nederland nieuw, maar ook de omvang van de winkel en het aangeboden assortiment. Het begin van de Industriële Revolutie was het tijdperk van grootschaliger, vaak lokale productie van goederen tegen lagere prijzen. Eind 19e eeuw had Nederland al verscheidene grootwinkelbedrijven als Winkel van Sinkel, Vroom & Dreesman, Peek & Cloppenburg.
Het gebouw loopt door van de Oudegracht naar de Vinkenburgstraat. Het St. Barbara en St. Laurensgasthuis kwamen aan de achterzijde uit op de Vinkenburgstraat. Na de bouw van de Winkel van Sinkel stond daar het koetshuis behorend bij de winkel.
In Utrecht werd de winkel ontworpen door architect Pieter Adams (1778-1846). Van deze architect zijn geen tekeningen van het pand bewaard. Wel zijn er tekeningen van de Utrechtse architect Christiaan Kramm (1797-1875) in het Utrechts Archief en hier weergegeven. De tekeningen van Kramm komen sterk overeen met het gebouw dat Adams realiseerde. Beide ontwerpen zijn in de neo-classicistische stijl en kennen een atrium binnenin het gebouw. In beide gevallen zijn naast de grote winkel aan de achterkant een koetshuis/woning voorzien die uitkomt op de hoek Neude/Vinkenburgstraat.