De kathedraal, gebouwd uit zandsteen van de Tafelberg aan het begin van de twintigste eeuw, staat bekend als vrijplaats voor politieke stellingname tijdens de apartheid, en wordt gezien als een sterk symbool voor de democratie in Zuid-Afrika. Vanwege de acties van verschillende geestelijken die betrokken waren bij de kerk, nu belangrijk immaterieel erfgoed, kreeg deze de naam ‘kathedraal van het volk’. Desmond Tutu, de eerste zwarte aartsbisschop van Zuid-Afrika, leidde talloze marsen en campagnes voor het formele einde van de apartheid vanaf de trappen van de St. George Kathedraal. Het was een gemeenschappelijk trefpunt voor activisten van alle ‘rassen’, en voor vrouwenrechtengroepen die deel uitmaakten van het verzet tegen de apartheidswetten en de strijd voor sociale rechtvaardigheid, gelijkheid en mensenrechten. Michael Weeder, die net als vele anderen tegen de apartheid had gestreden en op een bepaald moment als kapelaan diende voor de ondergrondse ANC-vrijheidsstrijders, werd in 2011 benoemd tot deken van de kathedraal.