Sibilla van Batavia woonde in de achttiende eeuw om de hoek van het stadhuis. Zij was een Aziatische bediende die in de huishouding werkte van Sara Sibilla Verdion. Zij kwamen uit Batavia naar Utrecht waar Verdion grootaandeelhouder werd van de Utrechtse Compagnie. Naast Sibilla woonden ook de Aziatische bedienden Lucretia van Batavia en diens zoon Jan van Biesing in het huishouden. Sibilla van Batavia had zich tot het christelijk geloof bekeerd en zich in januari 1746 in de Jacobikerk laten dopen: ‘Meerderjarige Dr. [dochter] is na voorgaande belijdenisse gedoopt met de naam van Sibilla, zijnde haer toenaam Van Batavia.’ Ze overleed op 3 maart 1781 en woonde toen in de Hardebollenstraat.