Hier aan het Balkengat lag de voormalige scheepswerf van de Middelburgse Commercie Compagnie (MCC). De handelsonderneming werd in 1720 opgericht en richtte zich aanvankelijk op de Europese binnenvaart. Dit veranderde na 1730 toen de WIC haar handelsmonopolie op de slavenhandel ophief. Vanaf de jaren 1740 specialiseerde de MCC zich in toenemende mate in de trans-Atlantische handel en slavenhandel. Kort na de oprichting van de MCC werd het eigenaar van een scheepswerf en lijnbaan. De scheepswerf van de MCC was echter niet de enige scheepswerf in de stad. De MCC-werf lag naast de grotere scheepswerf van de Verenigde Oost-Indische Compagnie (VOC) en West-Indische Compagnie (WIC), die later door het succes van de MCC werden overgekocht.
De scheepswerf van de MCC stond in dienst van de slavenhandel. Uit de 29 slavenschepen die onder de MCC vertrokken, werden er 28 gebouwd in de eigen scheepswerf. De bouw van een slavenschip telde gemiddeld 19 maanden. Tussen 1760 en 1780 tijdens de hoogtijdagen van de Zeeuwse slavenhandel waren er tussen de 100 en 150 werklieden bezig met de scheepsbouw van slavenschepen. Toch was dit niet de enige activiteit die in de werf werd uitgevoerd. Slavenschepen werden meermaals gebruikt, soms wel tot 11 keer. Dit betekende dat na terugkeer van een reis er veel onderhoud moest worden gepleegd. De werf werd daarnaast ook aan derden verhuurd. De scheepsbouw was daarmee een van de belangrijkste nijverheden uit die tijd. Bovendien trok de scheepsbouw van slavenschepen leveranciers van overal aan, waardoor de scheepsbouw de lokale economie van Walcheren stimuleerde.
Met de officiële afschaffing van de slavenhandel in 1814 kwam er een eind aan de ooit zo welvarende scheepsbouw van slavenschepen in Zeeland. In combinatie met de economische malaise in de negentiende eeuw leidde dit tot een sterke afname van de bouw van slavenschepen. De werf bleef echter in de loop van de negentiende eeuw in gebruik. Activiteiten richtten zich op de scheepsbouw voor derden tot het jaar 1888 toen de MCC en de werf uiteindelijk werden opgeheven.
Vandaag zijn de enige herinneringen aan deze ooit bloeiende industrie voor Zeeland de straatnamen Oude Werfstraat en Touwbaan.
Bronnen
Gerard Kok, Walcherse Ketens: De trans-Atlantische slavenhandel en de economie van Walcheren, 1755-1780, 2020.
A.R. Koppejan, “’t Dok weer droog: Geschiedenis van het Middelburgse Prins Hendrikdok,” De Wete, jaargang 33 nummer 2 (april 2004) 26-32.
Foto banner: Zeeuws Archief, Zeeuws Genootschap, Zelandia Illustrata, Deel I, nr 324