Minrebroederstraat 20 is – of beter gezegd was – het woonhuis van Sara Sibilla Verdion (geboren 1709; overleden 1767) en haar Indonesische bediende Sibilla van Batavia. Het huis is waarschijnlijk reeds lang geleden afgebroken of samengevoegd met andere panden. Sara Sibilla Verdion werd in 1709 in Batavia gedoopt als dochter van twee ouders die in Nederlands-Indië waren geboren en opgegroeid. Haar vader was onderkoopman bij de VOC, een positie van welstand. Een arm Nederlands gezin kon zich in die tijd twee of drie slaven veroorloven. Rijke families hadden veel meer personeel. Indonesische huisslaven voerden als bedienden allerlei taken in het huishouden uit, zoals koken, wassen en schoonmaken. Zij woonden bij de familie op het erf in eenvoudige onderkomens.
Sara Sibilla Verdion trouwde op twintigjarige leeftijd met Willem Hendrik Lons (geboren 1708; overleden 1740), een koopman in dienst bij de VOC. Het huwelijk vond in 1729 plaats in de Hollandse Kerk in Batavia. Lons was geboren in Utrecht en verdiende in korte tijd zoveel geld dat het echtpaar in 1736 naar Nederland terugkeerde om te rentenieren. Een van hun bedienden, in de archieven aangeduid als de ‘swarte meyt’ Sibilla van Batavia, ging mee. Het lijkt erop dat zij de naam van haar werkgeefster heeft aangenomen bij aankomst in Nederland. Sibilla van Batavia bleef tot de dood van Sara Sibilla in dienst.
Lons heeft niet lang van zijn rijkdom kunnen genieten. Hij overleed in 1740 en werd begraven in de Jacobikerk die elders op deze route ligt. Sara Sibilla bleef als kinderloze weduwe achter en erfde de helft van zijn vermogen van 280.000 gulden. In 1741 hertrouwde Sara Sibilla met Cornelis van Hengst (geboren 1715; overleden 1769). Er zijn weinig gegevens bekend over dit huwelijk, behalve dat het echtpaar twee kinderen kreeg.
Sara Sibilla overleed in 1767 en werd begraven in de Buurkerk te Utrecht. Het was een dure begrafenis, de kosten waren 2.171 gulden. Dat Sara Sibilla een goede band had met haar bediende uit Indonesië blijkt uit het feit dat zij de ‘swarte meyt’ Sibilla van Batavia in haar testament een legaat toekende. Zij droeg haar beide kinderen op ieder jaar 50 gulden aan Sibilla van Batavia te geven of haar kost en inwoning te geven.
Meer informatie
Op Wikipedia is meer informatie te vinden over het leven in Batavia. Interessant is de bemerking onder het subkopje slaven dat in de 18e eeuw meer dan 60% van de bevolking van Batavia uit slaven bestond. Dit laatste maakt de relatie die Sarah Sibilla Verdion had tot haar ‘swarte meyt’ Sibilla van Batavia des te opmerkelijker.
Verder blijkt uit notariële akten uit de tijd dat Sarah Sibilla Verdion ook aandelen bezet in de plantage Utrecht in Suriname via een deelname in de ‘Gewezen Provinciale Utrechtse Compagnie van Commercie’. Deze – wat wij nu een investeringsmaatschappij zouden noemen – veilde in 1790 te Amsterdam haar belang in de plantage omdat ze niet winstgevend genoeg was. Sarah Sibilla Verdion stond – ondanks haar overlijden in 1767 – nog te boek als mede-eigenaresse.