Hier vonden de vergaderingen van de ‘Maatschappij ter bevordering van de afschaffing der slavernij’ plaats. De landelijke vereniging had op het hoogtepunt, in 1857, 667 leden die voornamelijk kwamen uit Amsterdam, Den Haag, Rotterdam, Delft, Haarlem en Heemstede. Net als andere anti-slavernijgroepen uit die tijd, zochten zij pragmatische manieren om de slaven te bevrijden zolang de wetgeving slavernij niet verbood.