In 1699 werd dit stuk land aan de Strand Street toegekend aan gouverneur Willem Adriaan van der Stel. In 1806 kocht Margaretha Jacoba Smuts, de weduwe van Hendrik J. de Wet, het huis en zij woonde er met haar gezin en zes tot slaafgemaakten: Jonas van de Caab, Citie (Jonas’ vrouw) en hun twee kinderen Hector en Jacob, Theresia, Kito van Mosambique (een kok) en July (een huisknecht). Bij haar dood werden tien tot slaafgemaakten geregistreerd. July wordt niet vermeld, maar nieuwe slaafgemaakten waren Lafleur (houthakker), Lendor (houthakker), Kado (kleermaker) en Nancy (een klein meisje van vier). Marie de Wet, de kleindochter van Smuts, trouwde met Johan Koopmans. Na zijn dood begon Marie zichzelf Koopmans-de Wet te noemen ter ere van Johan, vandaar de huidige naam van het huis. Marie zette zich in voor de oprichting van een vrouwenbeweging en het behoud van het koloniale erfgoed van Zuid-Afrika. Ze liet het huis na aan de overheid en in 1914 werd het een museum.
Bronnen
- Iziko Museums of South Africa. (N.d.). Koopmans-de Wet House. https://www.iziko.org.za/museums/koopmans-de-wet-house/.