Mede door een lobby van burgemeester J.C.F. de Vries – afkomstig uit een militair-koloniale familie – wordt het Koloniaal Werfdepot, de nieuwe trainingsbasis voor koloniale troepen, in 1814 in Harderwijk gevestigd. In het trainingskamp aan de Smeepoortstraat krijgen ongeveer honderdvijftigduizend Europese soldaten een opleiding om in de koloniën in Suriname en Indonesië het verzet tegen de koloniale bezetting te breken. Alleen al in Nederlands-Indië zijn minstens vijfhonderd koloniale oorlogen uitgevochten.
Veel niet-Nederlandse Europeanen en lokale bewoners vechten in het Oost-Indische leger, het KNIL. Ook in de omgeving van de vroegere Nederlandse slavenforten aan de Guinese kust werft men soldaten. Dit is een verkapte vorm van slavenhandel, die officieel al is afgeschaft in 1814. De Afrikaanse soldaten worden in Indonesië ‘Belanda Hitam’ genoemd: Zwarte Hollanders.