Het mondiale koloniale systeem wordt draaiend gehouden door bestuurders, koopmannen, soldaten, en tot slaafgemaakten. De wereldwijde handel in koloniale producten maakt dat vanaf de achttiende eeuw de term koloniale waren in zwang komt.
In steeds meer steden in Nederland zijn koloniale producten te koop, in eerste instantie vooral voor de elite. Meestal zijn dit producten die door slavenhanden zijn gezaaid en geoogst. Suiker, koffie, thee en tabak zijn nu dagelijkse consumptie geworden en er is niets méér Nederlands dan koffie. De koffieplant wordt in de 17e eeuw vanuit Jemen door Nederland naar hun kolonies gebracht in Java, Celebes en Sumatra en in de 18e eeuw naar Suriname. Andere Europese koloniale mogendheden gaan dit ook doen waardoor koffie een belangrijke Europese handelswaar wordt. De productie vindt plaats op koffieplantages met namen als Ma Retraite.
In 1705 ontstaat op dit adres een koffiehuis van Cornelis van der Meer. De koffiekamer heeft goudleerbehang en een vergulde spiegel. Er is ‘koffiegereedschap’, een koperen ‘koffiefontein’ en een ‘dito tabakskomfoortje’. Er staan ook vier houten pijp-bakken met ‘vuyle en schoone tabakspijpen’.
Bronnen
- Dienke Hondius, Nancy Jouwe, Dineke Stam, Jennifer Tosch, Annemarie de Wildt, 2014. Gids Slavernijverleden Amsterdam. Edam: LM Publishers.
- Achter de Gevels van Delft
- Stichting ter bevordering van de Surinamistiek