De Kaapse Bossen hebben de naam te danken aan de familie Swellengrebel, als verwijzing naar de Zuid-Afrikaanse Kaap. Hendrik Swellengrebel keerde in 1752 terug naar Nederland na 38 jaar dienst bij de VOC. Hij is twaalf jaar lang gouverneur van de Kaapkolonie geweest. Bij thuiskomst kocht hij de buitenplaats Schoonoordt en de heide en zandverstuivingen waar zich nu de Kaapse Bossen bevinden. Het gebied zou hem doen hebben denken aan het bos achter de Tafelberg bij Kaapstad.
Willem Maurits, Hendriks zoon, bezat een derde deel van de plantage De Eenzaamheid in Essequebo. Willem Maurits stelde zijn broer Hendrik aan als vervanger in geval van vroegtijdig overlijden. Hendrik had bovendien met een aantal anderen een hypotheek verleend aan Jean François de Saffon voor de plantage Penitence, die zich in hetzelfde gebied bevond. De zoon van Willem Maurits, Johan Hendrik, was aandeelhouder van de Surinaamse plantage Maagdenberg, waar 115 tot slaaf gemaakten leefden. Over de dochters van Hendrik is te lezen bij de locatie Helenaheuvel.
Toegankelijk? Ja.