Van 1781 tot 1789 woonde in het huis Drift 27 Joan (ook gespeld als Johan) Gideon Loten (geboren in 1710 in Groenekan, nabij Utrecht, en overleden in 1789 te Utrecht). Hij was natuuronderzoeker, gouverneur van Celebes (het huidige Sulawesi) en van Ceylon (nu Sri Lanka). Zijn familie had nauwe banden met de Verenigde Oost-Indische Compagnie en de West-Indische Compagnie.
Na een onvoltooide studie werd Loten klerk bij de VOC-kamer Amsterdam. In 1732 vertrok hij met het schip Beekvliet naar Batavia in Nederlands-Indië. Hier trouwde hij in 1733 met Anna Henriette van Beaumont (geboren 1716; overleden1755), behorend tot één van de vooraanstaande families van Batavia.
Loten had vijfentwintig jaar een succesvolle loopbaan binnen de VOC. Hij woonde en werkte op Java, Celebes en Ceylon. Als loyale dienaar van de Compagnie toonde hij ‘[v]oor de inheemse bevolking … belangstelling en respect dat tot uiting kwam in een bescheiden vertoon van overwicht.’
Loten’s huwelijk was gelukkig, ondanks de zwakke gezondheid van Anna Henriette en de dood van twee van hun drie kinderen. Anna overleed in 1755 in Colombo, Ceylon. Na de dood van zijn dochter een jaar later gaat Loten terug naar Nederland. In 1758 keerde hij als Admiraal van de Retourvloot terug met een geschat vermogen van 700.000 gulden.
Terug in Utrecht kon Loten maar moeilijk wennen aan het benepen sociale klimaat. Hij verhuist binnen een jaar te verhuizen naar London. Hij bestudeerde hier de natuurwetenschappen en raakte goed thuis in de zoölogische, astronomische, genealogische en medische literatuur van zijn tijd. In 1765 huwde Loten weer, nu met Laetitia of Lettice Cotes (geboren 1733; overleden 1810).
Toen Loten’s gezondheid verslechterde, keerde hij in 1781 terug naar Utrecht. Hij vestigde zich met zijn vrouw en personeel in huis Cour de Loo aan Drift 27. Op de gevel stond ‘Homo proponit Deus disponit’ (De mens wikt, God beschikt). Tot zijn personeel behoorde een ‘Indische’ vrouw genaamd Sitie. Loten had haar ‘gekregen’ van een vorst van het eiland Celebes. Loten beschouwde Sitie als een vrije bediende.
Loten overleed in 1789 en ligt begraven in de Jacobikerk elders op deze route. Sitie krijgt in zijn testament een jaargeld van 220 gulden. In 1795 verwijderden patriotten zijn rouwbord uit de Jacobikerk. Het is nooit meer teruggeplaatst. In hetzelfde jaar onthulde men in de Londense Westminster Abbey een grafmonument ter nagedachtenis aan Loten. Het familiegraf is na restauratie uit de Jacobikerk verdwenen.
Meer informatie
Op de website van Westminster Abbey is nog wat meer informatie te vinden over het grafmonument dat in de kerk te vinden is.
Een biografie over Joan Gideon Loten is verschenen van de hand van A.J.P. Raat onder de titel The Life of Governor Joan Gideon Loten (1710-1789): A personal history of a Dutch virtuoso (Uitgeverij Verloren, 2010).