Op de Kromme Nieuwegracht 6 woonde in de negentiende eeuw Julien Wolbers, die kritische invloedrijke werken zou schrijven over slavernij in Suriname. Wolbers en zijn vrouw Albertine bleven kinderloos maar zij hadden wel een zwarte jongen in huis opgenomen, genaamd Henry Adams. Wolbers schreef aan Groen van Prinsterer dat hij voor de opvoeding en het onderwijs van deze Henry Adams veel geld uitgaf. ‘Hij had het met blijmoedigheid gedaan, in de overtuiging dat de Heer hem deze knaap had gezonden.’