De familie Everwijn is een van de Arnhemse regentenfamilies die al vanaf de vroege zeventiende eeuw veel geld verdienen met investeringen in de VOC. Met name de handel in aandelen stelde generaties Everwijn in staat regelmatig grote bedragen en ook specerijen te incasseren. Verschillende familieleden en verwanten zijn daarnaast namens de stad Arnhem en het Gelderse gewest bewindhebber voor een van de kamers van de WIC. Een belangrijk deel van de inkomsten dat de familie uit beide compagnieën genereert wordt gebruikt bij de aankoop van huizen in Arnhem en verschillende landgoederen rond de stad, waaronder de Sijp, Kemperberg en Warnsborn.
In 1639, het jaar waarin Everhard Everwijn met zijn echtgenote Sara Sautijn het laatstgenoemde landgoed met erven en landerijen aankoopt, laat hij 13.093,00 gulden uitkeren door de VOC.