In de negentiende eeuw woont in dit huis Elisabeth Bedloo, geboren Meijer (1797-1861). Samen met haar man Everardus Carl Bedloo bezit zij 1/8 aandeel in de Surinaamse plantages d’Alyda en Karelsburg. De aandelen zijn in handen gekomen van Everardus via zijn vader, Willem Hendrik Bedloo. Willem Bedloo leidde als officier in Suriname enkele gewelddadige strafexpedities tegen weggelopen slaafgemaakten. Als in 1863 de slavernij wordt afgeschaft ontvangt Elisabeth als weduwe van Everardus een tegemoetkoming van 25.000 gulden. 85 Personen worden op die dag vrij verklaard.