Joan van Oosterwijck (Delft rond 1640 – Amsterdam 1699) wordt in Delft geboren als zoon van de Delftse predikant Volkert van Oosterwijck. Het gezin woont in een huis achter de Oude Delft. Hij gaat werken voor de VOC en reist naar Azië waar hij in Bihar een salpeterfabriek beheert en een paar jaar later in 1674 in Batavia met Cornelia Isabella Hinlopen trouwt, dochter van Jacob Hinlopen en Maria Huydecoper (wiens grootvader medeoprichter van de VOC is).
Het echtpaar reist in 1678 terug naar Nederland, waar zij gaan wonen in een buitenplaats langs de Vecht, waar de koloniale elite graag toeft. Een rijke carrière volgt. Van Oosterwijk is de laatste acht jaar van zijn leven directeur van de Sociëteit van Suriname, die bestaat uit drie aandeelhouders: de gemeente Amsterdam, de WIC en de familie Van Aerssen van Sommelsdyck. Vanaf 1683 beheert de Sociëteit plantagekolonie Suriname en in deze periode verdubbelt het aantal plantages in Suriname.
Bronnen
- Karwan Fatah Black (2019. Societeit van Suriname. Het bestuur van de kolonie in de achttiende eeuw. Zutphen: Walburg Pers
- Achter de gevels van Delft
- Stadsarchief Amsterdam
