Aan de Kromme Nieuwegracht 6 staat het woonhuis van Julien Wolbers (geboren in 1819 en overleden te Utrecht in 1889). Hij verhuisde in 1856 van Heemstede naar Utrecht om als rentenier zijn tijd besteden aan studie en schrijven. De eerste jaren in Utrecht woonde hij aan de Catharijnesingel, vanaf 1865 in dit grachtenpand.
In Utrecht ontmoette Wolbers dominee Nicolaas Beets die elders op de route aan de Boothstraat woonde. Beiden streven naar afschaffing van de slavernij. Wolbers vond hiertoe inspiratie in het Réveil, een internationale christelijke beweging die hulp gaf aan armen, prostituees en de ontspoorde jeugd.
William Wilberforce, Brits parlementariër en leider van de antislavernijbeweging, was een belangrijke vertegenwoordiger van het Réveil. Wilberforce bereikte in 1807 dat de handel in slaven in Engeland werd afgeschaft. In 1833 volgde een algeheel verbod op de slavernij.
Wolbers was ook diep onder de indruk van De hut van oom Tom van de Amerikaanse schrijfster en abolitioniste Harriet Beecher Stowe uit 1852. Dit boek speelde een belangrijke rol bij de afschaffing van de slavernij in de Verenigde Staten.
In de jaren daarna publiceerde Wolbers twee brochures: In 1853 De slavernij in Suriname, of dezelfde gruwelen der slavernij die in de ‘Negerhut’ geschetst zijn, bestaan ook in onze West-Indische Koloniën! en in 1854 De Surinaamse Negerslaaf. Wolbers toonde daarin aan dat slavernij in strijd is met de waardigheid en de rechten van de mens.
In zijn grote werk De geschiedenis van Suriname uit 1860 geeft Wolbers de volgende kritische beschrijving van de achttiende-eeuwse planters en slavenhouders:
Ruw, slecht onderwezen, door hartstochtelijke neigingen vervoerd, zich meermalen aan twist, spel en onzedelijkheid overgevende, terwijl wreedheid, laatdunkendheid en domme trots in ruime mate onder die bevolking gevonden werden, ja hunne hoofdgebreken uitmaakten.
Wolbers’ huwelijk met Albertine Stoffels bleef kinderloos. Henry Adams, omschreven als ‘een negerjongen’, heeft een paar jaar bij het kinderloze echtpaar in huis gewoond. Hierover schreef Wolbers in een brief aan Tweede Kamerlid en voorman van het Réveil Guillaume Groen van Prinsterer: ‘Ik deed het met blijmoedigheid, daar ik hem beschouwde als mij van den Heere toegezonden.’
Meer informatie
Eén van Wolber’s brochures over de slavernij, De slavernij in Suriname, of dezelfde gruwelen der slavernij die in de ‘Negerhut’ geschetst zijn, bestaan ook in onze West-Indische Koloniën! is ook als vrij downloadbaar e-book te vinden.
Wolbers’ hoofdwerk De geschiedenis van Suriname (1860) is als volledig zoekbare tekst te vinden op de Digitale Bibliotheek voor de Nederlandse Letteren.
Meer over het Réveil in Nederland is te vinden op Protestant.nl.
De in de tekst opgenomen links naar Wikipedia over Harriet Beecher Stowe en William Wilberforce zijn in naar de Engelstalige wiki omdat deze veel uitgebreider zijn. De twee links hierboven zijn naar de beperkter referenties in het Nederlands. Het lemma over Harriet Beecher Stowe bevat overigens een link naar een e-book, respectievelijk een gesproken versie van de Hut van Oom Tom.
Interessant zijn ook de doorverwijzingen naar de Society for effecting the abolition of the slave trade, voortgekomen uit een initiatief van Duitse en Nederlandse Quakers die in 1688 in Germantown, Pennsylvania, de eerste anti-slavernij beweging opzetten. Toeval of niet is de gelijkenis van het medaillon dat Josiah Wedgwood in 1787 maakte voor de anti-slavernij campagne met het titelblad van de lezing van Sojourner Truth ‘Ain’t I a woman too’.