Delftse aandeelhouders leggen totaal 469.400 gulden in (huidige waarde ruim 8,3 miljoen euro) waarmee de VOC-kamer Delft in 1602 een feit is met twaalf bewindhebbers, die mettertijd teruggebracht moet worden naar zeven bewindhebbers. Hun namen zijn Jan Jansz Lodesteyn, Arent Jacobsz. Lodesteyn, Dirck Bruynssen van der Dussen, Gerrit Dircksz. Meerman, Cornelis Adriaensz. Bogaert, Michiel Jansz. Sasbout, Willem Joosten Dedel, Dirck Gerritsz. Meerman, Jan Raet, Jacob Sandersz. Balbiaen, Hendrick Otte en Jaspar Meerman.
De VOC heeft zes kamers verspreid door Nederland en Delft is samen met Enkhuizen, Hoorn en Rotterdam een van de vier kleinere kamers. In de eerste decennia vergadert de VOC-kamer Delft op het Delftse stadhuis of thuis bij een bewindvoerder. In 1631 wordt op de Oude Delft na aankoop en verbouwing een VOC-pand geïnstalleerd, waar zich ook de bewindhebberskamer bevindt, de sjieke vergaderkamer.
Ook de VOC inclusief diens medewerkers handelen in slaafgemaakten: schattingen lopen tot aan een miljoen Aziaten en Afrikanen. Deze slaafgemaakten worden soms ook meegenomen naar Nederland, inclusief Delft.
Bronnen
- VOC Kenniscentrum – de Kamer van Delft
- Femme Gaastra (1991), De geschiedenis van de VOC. Zutphen: Walburg Pers.
- Matthias van Rossum (2015). Kleurrijke Tragiek. Hilversum: Verloren.