Toen in Guyana in 1834 de slavernij werd afgeschaft, ontving Laurens Kleijn ruim 770 pond als compensatie voor de veertien personen die hij tot zijn bezit had gerekend. Kleijn had in Guyana gewerkt als plantageadministrateur en had met de gekleurde Charlotte Constantia Brandes drie kinderen gekregen, van wie de oudste vroeg overleed.
In 1831 verliet hij Guyana, kocht kasteel Dorth, huwde een Hollandse vrouw en kreeg met haar eveneens drie kinderen. Zijn twee oudste kinderen, Lodewijk Laurens en Maria Anna kwamen bij hen wonen. Lodewijk Laurens liet Van Brandes toevoegen aan zijn achternaam.