De Schotse familie Mackay vestigt zich in de zeventiende eeuw in Gelderland, eerst in het rivierengebied bij Tiel en Ophemert, en later ook in Nijmegen en omstreken. In de negentiende eeuw komt kasteel Ophemert in het bezit van deze Schotse familie.
De Schotse tak van de familie is zeer actief in slavernij: Eric Mackay (1773 – 1847), zevende lord Reay, bezit de plantage Goldstone Hall in Berbice, het huidige Guyana. Ook de Nederlandse tak heeft te doen met slavernij. Barthold J.C. Mackay (1773 – 1854), woonachtig te Nijmegen, bezit volgens documenten in het Nationaal Archief een aandeel in de plantage Annasburg in Suriname. Ook de familie van zijn Nijmeegse vrouw Anna van Renesse van Wilp (1775- 1839) bezit ‘obligaties’ van Surinaamse plantages.