Kasteel Lunenburg is sinds het einde van de achttiende eeuw in handen van de familie Van Lynden. Balthasar Constantijn van Lynden van Lunenburg (1731-1822) kwam in het bezit van de plantage Rustlust in Suriname doordat hij de enige erfgenaam van Christoffel Albert van Hamerstein was. Balthasar vertrok niet zelf naar Suriname, maar huurde personen in om de directie en administratie van de plantage waar te nemen en de overige zaken in Suriname te regelen. In 1776 werd er een inventarisatie van de plantage gedaan, waarin het bezit van de eigenaren werd vastgelegd. Onder het bezit vielen ook honderd tot slaaf gemaakten. Deze lijst met namen is opgedeeld in de categorieën ‘mans’, ‘wijven’, ‘jongens’ en ‘meisjens’. Achter de namen staat een korte beschrijving, zoals ‘kokkin’, ‘veldmeid’, ‘past op ‘t vee’ en ‘oud en blind’. De tot slaaf gemaakten hadden dus diverse functies. In de lijst met gebouwen staan ook ‘negerhuizen’ genoemd.
Toegankelijk? Huis: nee. Tuin: een weekend per jaar.