De schrijfster Elisabeth Maria Post (1755-1812) ligt begraven op de natuurbegraafplaats van het Landgoed Tongeren. Zij is bevriend met de familie Rauwenhoff die op het landgoed woont. Een van haar laatste boeken verschijnt als ze in Epe op de pastorie woont met haar echtgenoot, de dominee Justus Overdorp. Het is het boek uit 1810: Ter gedachtenis van mijnen waardigen broeder H.H. Post, in 1809 te Demerari overleden.
In haar driedelige briefroman Reinhart, of natuur en godsdienst (1791-1792) had ze al brieven van haar broer Hermanus verwerkt, die een plantage- en slavenhouder was in de toenmalige Nederlandse kolonie Demarary, vanaf 1814 onderdeel van Brits Guyana. De hoofdpersoon van de roman Reinhart spreekt zich uit tegen de slavernij: ‘Al die mooie velden die ik hier en daar, wijd en zijd zie liggen zijn dan alle door het gedwongen zweet van beroofde, mishandelde mensen bebouwd en zijn gehuld in een treurige nevel van onrechtvaardigheid, die mij misselijk maakt en doet zuchten’. Is Post daarmee een abolitionist?