In 1761 wordt Lubbert Jan van Eck, Baron van Overbeek (1718-1765), benoemd tot gouverneur van het eiland Ceylon (het huidige Sri Lanka). Hij speelt een belangrijke rol in de oorlog tussen de VOC en het Ceylonese koninkrijk Kandy als leider van twee gewelddadige militaire expedities. Bij de verovering van het paleis van de Koning van Kandy wordt een kanon buitgemaakt dat tegenwoordig in het Rijksmuseum ligt.
In 1765, vlak voor het einde van de oorlog, sterft Van Eck in Colombo aan malaria. Uit zijn testament blijkt dat Van Eck 42 ‘huishoudslaven’ bezit. Ongeveer 15 van deze slaven laat hij na zijn dood vrij, samen met hun kinderen. De overige slaafgemaakten worden verkocht.