Nadat Johanna de Vree in 1734 trouwt met Hendrik Willem Brantsen, koopt het echtpaar Zypendaal. In 1742 verbouwen ze het naar de huidige omvang. Hendrik Willem Brantsen voert het beheer over de plantages Vossenburg, Wayampibo en Onverwagt die Johanna samen met haar zus Hester de Vree heeft geërfd van haar vader. Jaarlijks komen er berichten en inkomsten via het Amsterdamse handelshuis dat de suiker en koffie verkoopt. Bij de afschaffing van de slavernij in 1863 ontvangen zesenveertig eigenaren van Vossenburg, allemaal nakomelingen van Hester en Johanna voor 236 personen die vrijkomen, bij elkaar 70.800 gulden. De vrijgekomen mensen krijgen niets, behalve de verplichting nog tien jaar voor een schamel loon op een plantage te blijven werken als contractarbeider.