Buitenplaats Djoerang in Zoelen wordt vanaf ca. 1850 bewoond door Catharinus Johannes Hasselman (1818-1875) en zijn vrouw Charlotte Catharine van Son (1827-1905). Zij vernoemen het huis naar hun voormalige woonplaats op Java, van waaruit Catharinus Hasselman sinds 1843 meerdere nopal-plantages beheert. Dit zijn schijfcactussen waarop cochenille-insecten leven, die rode kleurstof produceren. Deze kostbare kleurstof wordt voornamelijk verhandeld op de Chinese markt. Het werk op de plantages wordt uitgevoerd door Javaanse arbeiders of ‘koelies’. </p><p>De gebroeders Hasselman zijn allen actief in het koloniaal bestuur. Zo is Johannes Jerphaas Hasselman assistent-resident in Djocjacarta en uiteindelijk minister van koloniën. Ook de jongste broer, Benjamin Richard Poningh Hasselman, vertrekt naar Indië om fortuin te maken. Hij neemt uiteindelijk in 1848 de nopal-plantage van Catharinus over. Hij bezit ook aandelen in de nabijgelegen suikerfabriek Besito. Veel van de winst die de plantages opbrachten werd naar familie in Nederland gestuurd.